- Omgevingsdienst Brabant Noord
Omgevingsdienst Brabant-Noord
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
C.H.C.(Kees) van Rooij
Bestuurlijk vervanger:
H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur
Openbaar belang
De omgevingsdienst voert ten behoeve van de deelnemende gemeenten en provincie taken uit op het gebied van Omgevingsrecht en levert als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage aan een schone, leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Brabant-Noord. De werkwijze van de omgevingsdienst is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de uitvoeringskosten voor overheid en samenleving en het verder optimaliseren van vergunningverlening en toezicht en handhaving.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
De ODBN stelt een jaarverslag en een jaarrekening op, waarmee het bestuur verantwoording af legt over het gevoerde beleid en beheer in 2020. Medio juni 2021 ontvangen wij deze jaarstukken.
De belangrijkste risico's
De ODBN beschrijft de risico's in de jaarstukken die wij medio juni 2021 ontvangen.
Financieel belang
Realisatie 2019
Begroot 2020
Realisatie 2020
Bijdrage van gemeente
2.106.300
2.533.800
2.259.800
Eigen vermogen per 1-1
10.552.700
10.452.700
8.575.000
Eigen vermogen per 31-12
8.575.000
10.657.100
9.844.000
Vreemd vermogen per 1-1
12.771.000
12.791.800
11.518.000
Vreemd vermogen per 31-12
11.518.000
12.752.800
8.628.000
Resultaat
168.000
167.100
1.779.000
- Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
J.H.M. (Jan) Goijaarts
Bestuurlijk vervanger:
H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur door wethouder J. Goijaarts
Openbaar belang
Het Stadsgewest is niet meer echt actief en wordt alleen nog in stand gehouden voor afwikkeling van de Vuilstortplaats De Vlagheide in Schijndel.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
De afdichting van de stortplaats is inmiddels afgerond.
Met het oog op de overdracht van de eeuwigdurende nazorg van de voormalige stortplaats aan de provincie Noord-Brabant vindt er al enige jaren tussen het Stadsgewest en de provincie overleg plaats over de hoogte van het (doel)vermogen, dat benodigd is voor de bekostiging van die nazorg. Belangrijk onderdeel in de gesprekken tussen deze partijen is de hoogte van de door de provincie gehanteerde rekenrente en het effect daarvan op het door het Stadsgewest in te leggen doelvermogen. De provincie heeft het voornemen om de huidige rekenrente van 5,06% te verlagen naar 3,65%. Er bestaat over de hoogte van het in te brengen doelvermogen dan ook nog geen overeenstemming tussen het Stadsgewest en de provincie. Indien uiteindelijk het doelvermogen hoger dient te zijn dan oorspronkelijk geraamd dienen de deelnemende gemeenten een aanzienlijke aanvullende bijdrage aan het Stadsgewest te leveren (risico).
Het Stadsgewest zal de nazorg en exploitatie van de voormalige vuilstortplaats de komende tijd niet aan de provincie overdragen. Partijen zijn in dat verband overeengekomen dat (de nazorg van) de voormalige stortplaats de komende vijf jaren niet wordt overgedragen aan de provincie, waarbij de rekenrente in ieder geval voor deze periode wordt gehandhaafd op 5,06%. Dit betekent dat het Stadsgewest in ieder geval nog wordt gecontinueerd na 2020. Tot in ieder geval 1 januari 2025 zal er door de provincie dan ook geen formele sluitingsverklaring worden afgegeven.
De komende vijf jaren zullen onder meer worden benut om het overleg met de provincie over de hoogte van het doelvermogen voort te zetten en (dus) te bezien of er voor de deelnemende gemeenten goedkopere alternatieven voor eeuwigdurende beheer van de vuilstortplaats bestaan.De belangrijkste risico's
- Doelvermogen nazorgfonds:
Na de definitieve sluiting van de stortplaats wordt de (eeuwigdurende nazorgverplichting ten aanzien van de) stortplaats overgedragen aan de Provincie. Bij overdracht moet een vermogen zijn overgedragen waaruit de provincie de kosten van nazorg eeuwigdurend kan bekostigen.
De hoogte van de eindwaarde van het doelvermogen wordt in hoge mate bepaald door de te hanteren rekenrente. Thans is die op 5,06 % bepaald. In de laatste voorstellen van de provincie wordt voorgesteld die rekenrente naar 3,65 % te verlagen hetgeen een incidentele, maar aanzienlijke, hogere bijdrage van de gemeente Meierijstad tot gevolg heeft van circa € 3 miljoen.- Beheerskosten
Het voorlopig niet overdragen van de vuilstortplaats aan de provincie en het dus feitelijk langer in stand houden van de beheersorganisatie van het Stadsgewest heeft voor de gemeente Meierijstad financiële consequenties. Als, overeenkomstig voorliggende voorstel van het bestuur van het Stadsgewest, eind 2020 wordt afgerekend moet er eenmalig bijna € 0,7 miljoen extra in de reeds getroffen voorziening worden gestort. Elk jaar dat het Stadsgewest vervolgens langer blijft bestaan wordt er per jaar rekening gehouden met € 0,12 miljoen aan te betalen beheerskosten door de gemeente Meierijstad.
Financieel belang
Realisatie 2019
Begroot 2020
Realisatie 2020
Bijdrage van gemeente
0
0
0
Eigen vermogen per 1-1
- 5.248.000
- 6.809.000
Eigen vermogen per 31-12
- 6.809.000
- 1.955.000
Vreemd vermogen per 1-1
5.686.000
7.486.000
Vreemd vermogen per 31-12
7.486.000
6.935.000
Resultaat
36.000
4.854.000
- Geestelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Geestelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
H.J. (Rik) Compagne
Bestuurlijk vervanger:
M.H.B. (Menno) Roozendaal
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur door wethouder Compagne
Openbaar belang
De GGD Hart van Brabant geeft uitvoering aan de wet Publieke Gezondheid. Daarnaast zijn er nog andere wetten op grond waarvan de GGD taken uitvoert, zoals de Jeugdwet (jeugdgezondheidszorg), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo toezicht, plutsaak), de Wet veiligheidsregio's (rampenbestrijding) en de Wet kinderopvang (toezicht kinderopvang). De GGD doet dit in opdracht van de binnen de regio vallende gemeenten. Het beleid van de GGD richt zich op de publieke en preventieve gezondheid; de taken die de overheid op zich neemt om de gezondheid van iedereen te bewaken, beschermen en bevorderen, zonder dat mensen daar altijd om vragen. Daarbij heeft de GGD extra aandacht voor mensen die meer hulp nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze kwetsbaar zijn of zorg mijden. Samenwerking staat daarbij centraal. De GGD wil haar kennis actief verbinden aan partijen in het sociaal- en veiligheids domein en het openbaar bestuur.
Taken GGD:- Jeugdgezondheid
- Gezondheidsbescherming
- Gezondheidsbevordering en leefstijl
- Monitoren, signaleren en advies
- Toezicht houden
- Publieke gezondheid bij rampen en crises
- Openbare geestelijke gezondheidszorg
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
- In juli 2019 stelde het Algemeen Bestuur de beleidsvisie 2019-2023 vast. Het is een bijgewerkte beleidsvisie van de eerder vastgestelde beleidsvisie 2017-2021, waardoor de nieuwe beleidsvisie nu aansluit op de zittingstermijn van de gemeenteraden. Deze beleidsvisie is nog steeds van kracht en geeft inhoudelijk richting aan de GGD.
- De coronacrisis heeft een grote impact heeft op de zorgsector, op de economie en op de maatschappij in zijn geheel. Het beroep dat de samenleving via een opdracht van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op de GGD doet, is groot. Dit heeft ertoe geleid dat de GGD zijn ontwikkelambities voor 2020 en 2021 fors heeft moeten bijstellen. Bovendien stond en staat ook de reguliere zorg- en dienstverlening onder druk.
- De GGD kan directe en indirecte gevolgkosten van de coronacrisis declareren bij het ministerie van VWS. De GGD verwacht met deze compensatie-afspraken de financiële gevolgen van de coronacrisis te kunnen dekken, zonder daarvoor een beroep te hoeven doen op onze deelnemende gemeenten.
- Het Algemeen Bestuur heeft de GGD Hvb-begroting 2021 vastgesteld in haar vergadering van 9 juli 2020.Andere bijzondere ontwikkelingen:
- De GGD ontwikkelt zich van een klassieke uitvoeringsorganisatie, naar een partner met ook een signaal- en netwerkfunctie. De GGD ziet zichzelf als een verbinder en schakelaar in het netwerk van publieke gezondheid. Het terrein waarop de GGD zich begeeft, bevindt zich op het grensvlak van medische zorg, het sociaal domein en het veiligheidsdomein.
- Naar verwachting treedt per 1 januari 2022 de Omgevingswet in werking. De Omgevingswet richt zich op de inrichting van een veilige en gezonde leefomgeving. De wet biedt daarbij kansen om het thema publieke gezondheid een volwaardige plek te geven in het ruimtelijke domein. Dit vraagt om een structurele aanpak met een duidelijke visie op de manier waarop de GGD een bijdrage aan kan leveren.
- De Wet veiligheidsregio’s (Wvr) wordt geëvalueerd, waarbij de doeltreffendheid en de effecten van de wet en onderliggende regelgeving in de praktijk worden onderzocht.
- Het risico bestaat dat de continuïteit van de dienstverlening van het GGD in het gedrang komt, door de toenemende krapte op de arbeidsmarkt. Dit geldt in het bijzonder voor medisch en verpleegkundig geschoold personeel. De coronacrisis heeft nog eens extra benadrukt dat dit risico reëel is en de mogelijke impact ervan aanzienlijk. De GGD kiest voor een brede aanpak en zet in op zowel een stevige profilering in de arbeidsmarkt als op goed werkgeverschap.
- Met het programma Multichannel klantbeleving richt de GGD zich op het beter bedienen van de klant, onafhankelijk van tijd, plaats of kanaal. De klant kiest daarbij zelf zijn communicatievorm, maakt zelf (online) zijn afspraken en kan bij zijn (persoonlijke) informatie.
- De actualisering van het basispakket zal afhankelijk van de ontwikkelingen rondom de coronacrisis in de loop van 2022 of zelfs pas in 2023 concreet worden.De belangrijkste risico's
- Er bestaan grote maatschappelijke zorgen over de negatieve impact van de coronamaatregelen op de leefstijl van de Nederlanders. Ook de GGD signaleert deze ontwikkeling in de gezondheidsmonitors, bijvoorbeeld de mate waarin onze inwoners ongezond eten, minder bewegen, last hebben van stress, psychosociale klachten ervaren en de mate waarin zij alcohol en tabak gebruiken. Het virus raakt mensen met een verstoord immuunsysteem door overgewicht en andere chronische aandoeningen (zoals diabetes en hart- en vaatziekten) het hardst. Deze gezondheidsproblemen zien we veel meer bij inwoners met een lagere sociaal economische status en andere kwetsbaren. Het risico dat hierdoor bestaande gezondheidsverschillen groter worden, is substantieel. Gedurende de coronacrisis en ook in de nasleep daarvan, besteedt de GGD binnen zijn reguliere taken extra aandacht aan de onderliggende leefstijlthema’s.
- Voor 2020 en 2021 zijn afspraken gemaakt met het ministerie van VWS over de compensatie van de kosten die de GGD maakt voor zijn inzet in de bestrijding van het coronavirus. Het is onduidelijk hoe lang de coronacrisis nog duurt en in welke mate die ook in 2022 nog om inzet vraagt van de GGD. Als dat aan de orde is, dan verwacht de GGD dat de gemaakte compensatieafspraken van kracht blijven, ook voor 2022. De impact van de crisis rijkt echter verder, met mogelijke financiële gevolgen voor de GGD. Zo ligt het in de lijn der verwachting dat ook na de coronacrisis minder vraag zal zijn naar bijvoorbeeld reizigersvaccinaties, met gevolgen voor de inkomsten die de GGD daarmee genereert.Financieel belang
Realisatie 2019
Begroot 2020
Realisatie 2020
Bijdrage van gemeente
2.600.043
2.686.557
2.686.557
Eigen vermogen per 1-1
10.147.000
8.528.000
8.528.000
Eigen vermogen per 31-12
8.528.000
6.758.000
7.820.000
Vreemd vermogen per 1-1
7.889.000
8.371.000
8.371.000
Vreemd vermogen per 31-12
8.371.000
8.271.000
31.107.000
Resultaat
152.000
0
247.000
- Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
H.J. (Rik) Compagne
Bestuurlijk vervanger:
H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur/Dagelijks Bestuur door wethouder Compagne
Openbaar belang
Het openbaar lichaam heeft ten doel het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg. Bij de RAV staat de patiënt centraal. Kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid staan hoog in het vaandel.
RAV Brabant Midden-West-Noord heeft tot taak:
- Het instellen en in stand houden van een Regionale Ambulancevoorziening;
- Het in stand houden van een meldkamer ambulancezorg;
- Het vaststellen en (doen) uitvoeren van het Regionaal Ambulance Plan;
- Het (doen) leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en
- Rampen ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en de Hulpverleningsdienst Brabant-Noord.
De doelstelling van de RAV Brabant Midden-West-Noord is het leveren van kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg, die tijdig ter plaatse is en binnen de budgettaire kaders wordt gerealiseerd.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
- In januari 2021 werd de nieuwe Wet ambulancezorgvoorzieningen van kracht. Hiermee is de vergunning tot ambulancezorg verleend aan de huidige aanbieders, onder strakke overheidsregulering
- Jarenlang werd door VWS vastgehouden aan de 15-minutennorm om het niveau van ambulancezorg te beoordelen, bij gebrek aan alternatieve indicatoren, daarbij de ambulancesector uitdagend om met voorstellen te komen. Inmiddels heeft de sector een kwaliteitskader ontwikkeld dat is goedgekeurd en dat 26 indicatoren bevat waarmee daadwerkelijk het niveau van de geleverde zorg gemeten kan worden. Tijdigheid in het spoedvervoer is hier één van
- Het acute landschap verandert door technologische en zorginhoudelijke ontwikkelingen. Een nieuwe inrichting is dan ook wenselijk om kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van acute zorg in de toekomst voor iedereen te garanderen. Het ministerie van VWS haalde in 2020 de denkrichtingen hieromtrent op bij een breed scala aan betrokkenen, en bracht deze samen in een notitie die moet dienen als uitgangspunt in de maatschappelijke discussie rondom de toekomstige inrichting van het acute zorglandschap. Speerpunten voor de ambulancesector zijn: acute zorg thuis, samenwerking tussen ketenpartners in de vorm van zorgcoördinatie, samenwerking tussen ketenpartners bij het bestrijden van het personeelstekort. Daarnaast wordt er ingezet op verbetering van (digitale) informatieoverdracht tussen ketenpartners en onderzoek naar innovatieve technologische en digitale oplossingen. Deze speerpunten hebben veel raakvlakken met de toekomstvisie van onze RAV, zoals vastgelegd in het meerjarenbeleidsplan.
- Op 1 januari 2020 startte de RAV Brabant MWN de pilot 'Zorgcoordinatie Bossche regio', met goedkeuring en subsidiëring van VWS. In deze pilot werkt de RAV Brabant MWN intensief samen met het Jeroen Bosch Ziekenhuis, de HAP Huisartsenposten Oost-Brabant, Brabant Zorg (VVT), Vivent (VVT), Farent (sociaal domein) en Reinier van Arkel (GGZ). In 2020 vonden de voorbereidingen plaats, en begin 2021 werd gestart met de daadwerkelijke fysieke samenwerking vanuit de meldkamer in Den Bosch. De pilot loopt drie jaar, in 2022 zal afronding en evaluatie plaatsvinden
- De RAV is ervan overtuigd dat zorgdifferentiatie de oplossing is om ambulancezorg optimaal aan te laten sluiten bij de zorgvraag van de patiënt. In 2022 biedt de RAV Brabant Midden-West-Noord een breed aanbod in ambulancezorg, waarbij de patiënt wordt vervoerd of ter plaatse geholpen wordt.
- De structurele evaluatie van zorg met de ketenpartners was lange tijd niet mogelijk vanwege privacybeperkingen (AVG). Inmiddels is er toestemming om voor dit doel wederzijds patiëntgegevens uit te wisselen, en wordt de evaluatie weer opgepakt.
De belangrijkste risico's
- Het jaar 2020 stond in het teken van de corona-crisis. De crisis had veel effect op de productie, paraatheid en prestaties. Er waren weliswaar veel corona-gerelateerde ritten, maar het reguliere ritaanbod nam af. Waarom dat zo was weet de RAV niet, maar de RAV vermoedt een oorzaak in angst voor besmetting of het niet onnodig willen belasten van de acute zorg. De ritduur nam toe, vanwege het aan- en uittrekken van beschermende middelen, het schoonmaken en luchten van de ambulance, wachttijden bij de ziekenhuizen, pieken in het ziekteverzuim en het stoppen van DIA (Directe Inzet Ambulance) vanwege het pandemieprotocol op de meldkamer. Met als gevolg dat de prestaties in deze periode fors verslechterden.
- Het grote knelpunt in de paraatheidsuitbreiding is (nog steeds) personeel. Het is al jaren erg lastig om voldoende geschikt personeel te werven, en het personeelstekort in de acute zorg zal de komende jaren alleen nog maar toenemen. De RAV Brabant MWN heeft de laatste jaren veel aandacht besteed aan het bevorderen van de instroom van nieuwe medewerkers, duurzame inzetbaarheid van het zittende personeel, en efficiënte capaciteitsplanning.
- Er kan niet meer worden volstaan met werving uit de vijver van IC- en SEH-verpleegkundigen. Sinds het experimenteerartikel in 2017 van kracht werd zet de RAV Brabant MWN ook BMH-ers (Bachelor Medische Hulpverlening) in. Deze opleiding levert helaas nog niet genoeg afgestudeerden op om het probleem op te lossen. In oktober 2019 is de interne opleiding gestart van HBO-V’ers tot ambulanceverpleegkundige. De opleiding duurt 18 maanden en zal in de komende jaren een belangrijke bron van instroom van ambulanceverpleegkundigen zijn.
Financieel belang
Realisatie 2019
Begroot 2020
Realisatie 2020
Bijdrage van gemeente
0
0
0
Eigen vermogen per 1-1
14.074.000
14.009.000
13.670.000
Eigen vermogen per 31-12
13.670.000
13.970.000
13.738.000
Vreemd vermogen per 1-1
25.747.000
30.687.000
25.506.000
Vreemd vermogen per 31-12
25.506.000
29.087.000
25.744.000
Resultaat
-371.000
0
173.720