De relatie tussen de risico’s waarvoor geen financiële maatregelen zijn getroffen en de beschikbare weerstandscapaciteit noemen we het weerstandsvermogen. Dit drukken we uit in de weerstandsratio.
In de beleidsnota weerstandsvermogen en risicobeheersing is bepaald dat de ratio minimaal 1,0 (voldoende) moet zijn en dat we bij het bereiken van een ratio van 1,4 (ruim voldoende) met voorstellen komen om de niet voor de algemene risicoreserve benodigde middelen toe te voegen aan de algemene reserve vrij besteedbaar.
In de volgende tabel is de verwachte weerstandsratio te zien.
De benodigde weerstandscapaciteit is lager dan bij de begroting, dat komt doordat het risico rondom de grondexploitaties is verlaagd. Voor het overige zijn er geen risico’s vervallen. Er zijn ook geen risico’s toegevoegd.
De benodigde weerstandscapaciteit is hoger dan de beschikbare weerstandscapaciteit en de weerstandsratio ligt boven de 1,4. Dit betekent dat er ruim voldoende middelen zijn om de nu geïnventariseerde risico's af te dekken.
Ratio weerstandsvermogen (bedragen x € 1.000) | Begroot 2020 | Werkelijk 2020 |
---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 74.153 | 79.846 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 60.705 | 49.989 |
Weerstandsratio | 1,22 | 1,60 |